Online Marketing to Seniors via Social Media

Op woensdag 20 mei ’09 geef ik een presentatie op het Alpro Marketing Forum, een internationale bijeenkomst in De Panne (bij onze zuiderburen). Insteek van het verhaal is het gedrag van vijftigplussers op internet en in de diverse Social Media, wat dit betekent voor marketing en welke kansen dit biedt. Ja, er is verschil in gedrag per leeftijdscategorie (zoals ook uit de slides blijkt), ik ben echter falikant tegen een andere benadering puur vanwege leeftijd. Zoals een ex-werkgever mij altijd voorspiegelde: “Doelgroepen bestaan niet, gebruikers wel.” Het wordt een interessante bijeenkomst, daar twijfel ik niet aan. De slides:

Technorati tags: , // propaganda!abonneer je op de rss-feed rss feed

Communities: instructievideo MyBarackObama.com

Ja, Barack Obama maakte slim gebruik van web 2.0 tools om zo de kans te vergroten dat hij de nieuwe president van Amerika zou worden. Stel, de rollen waren omgedraaid geweest en John McCain de leiding had gehad in het ‘ik gebruik Web 2.0 – klassement om president te worden’, zou Obama dan ook gewonnen hebben? Waarschijnlijk wel. Het blijft immers om mensen gaan. Maar het verschil zou dan zeker kleiner zijn geweest tussen beide kandidaten.

In Nederland staan de verkiezingen voor het Europese Parlement op stapel. Internet gaat ongetwijfeld een groter dan ooit aandeel van de aandacht van potentiele kiezers opeisen. Krijgen we in Nederland een tweede MyBarackObama.com? Dat valt te betwijfelen. Mensen participeren actief in maximaal drie netwerken, prive en zakelijk door elkaar heen. Registreren is nu eenmaal iets totaal anders dan deelnemen en daar gaan OpenID, GoogleConnect of FriendFeed niets aan veranderen. Relevantie bepaalt het onderscheid, iets waar men in Amerika bij het campagneteam van Barack Obama wel in slaagde. Met hulp van Facebook veteraan Chris Hughes werd een dienst ontwikkeld, die geheel gericht was op informatievoorziening en het faciliteren van Obamafans. Voor Nederlandse politici met dezelfde aspiraties: hier is de instructievideo.

Technorati tags: , // propaganda!abonneer je op de rss-feed rss feed

De case van 'De Wereld van Ikki'

Iedereen met een emailadres kan een community starten (bijvoorbeeld via Ning). Maar dan ben je er nog lang niet. Relevantie voor de gebruikers. Dat bepaalt het verschil tussen succes en falen van een community. Wat voegt de nieuwe community toe aan de reeds bestaande diensten? Welke voordelen zijn er voor de gebruikers? Deze en andere vragen worden niet altijd even goed beantwoord. Daarnaast is er naar mijn mening slechts groei mogelijk in niche netwerken, die een duidelijke waarde vertegenwoordigen voor de gebruikers.

Mijn eigen definitie van een community: “Groepsvorming rondom online diensten door individuen die vrijwillig informatie delen met gelijkgestemden over gemeenschappelijke passies, interesses, of omstandigheden”. Als je nu dit doorvertaalt naar recruiting, stuit je op de beperkende factor: tijd. Zoek je werk, dan doe je dat (als het goed is) slechts gedurende een bepaalde periode. Een band opbouwen met, je nestelen in, je profileren binnen de community: dat gaat dus niet lukken. Je plaatst een CV bij Monsterboard, Intermediair enzovoorts, maar een relatie met de aanbieder is er nauwelijks. Tenzij de dienst meer is dan slechts marktpartij tussen CV’s en personeelsadvertenties. Jobster wordt de MySpace onder de banensites genoemd, vanwege het gebruik van diverse Web 2.0 tools om in contact te blijven met de gebruikers. Maar Jobster is ook nog steeds ‘massa’. En de groei in netwerken gaat zoals aangegeven voornamelijk komen uit niches. Daarom besteed ik in een tweeluik aandacht voor arbeidsmarktcommunities: Ikki en Ilovmode.

Ikki is op 1 augustus 2008 live gegaan, zo vertelt Marco van Hurne. De oorspronkelijke positionering was die van ‘een carrierecommunity voor Young Professionals’, 20-30 jaar. Je maakt een profiel aan en dat wordt op slimme wijze gematched met beschikbare vacatures. Motto: “Waar je niet zoekt, maar wordt gevonden”. Nog niet echt onderscheidend voor gebruikers en vacatureplaatsers, dat bleek ook wel in het aantal aanmeldingen, het vacatureaanbod en de participatie van de geregistreerden. Na een aantal maanden werd het roer drastisch omgegooid, een duidelijke keuze wordt gemaakt voor een scherpere focus en de site krijgt een nieuwe indeling. Het motto werd: “De Omkering”. Het centrale thema voor de community is geworden: jouw carrièreswitch. Niet zomaar van baan naar baan hoppen, maar een echte rigoreuze stap maken: bijvoorbeeld van bedrijfdeskundige naar kunstenaar. Kiezen voor wat je zelf wilt qua werk, terug naar je eigen passie en authenciteit.

Dit thema wordt zowel on- als offline goed doorvertaald (noodzakelijk als je een succesvolle community wilt hebben). Natuurlijk kun je op de site een profiel aanmaken en deze flink oppimpen met content van ‘elders’ (slim), zoals Twitter, Flickr, YouTube en Slideshare: een visual ‘social’ CV. Maar naast de profielinformatie kun je je profiel uitbreiden met informatie uit diverse professionele tests die je via Ikki kunt uitvoeren, een 360 graden feedback test laten uitvoeren, je als coach aanbieden (of er een zoeken), advies krijgen over je volgende stap in je carriere met de Carriere Navigator, artikelen plaatsen en natuurlijk netwerken, hoewel dit laatste onderdeel minder wordt gebruikt. Wat betreft blijft ook weer het verschil met een Hyves of LinkedIn, waar het belang van ‘Wie ken ik’ (profilering) groter is dan bij Ikki, waar het vooral gaat om ‘Wie ben ik en wat kan ik’. De beschikbare vacatures worden natuurlijk nog steeds onder de aandacht gebracht, maar het belang hiervan als onderdeel van het businessplan is ernstig verkleind. Offline worden er regelmatig goed bezochte bijeenkomsten georganiseerd die in het teken staan van carriereswitchen.

Belangrijk is dat niet alleen het centrale thema is aangepast gedurende de reis, maar dat ook het belang van geld verdienen met de community is veranderd. Via de offline events wordt aan branding gedaan. Er wordt niet alleen geld met, maar vooral ook geld aan de community verdiend. Vacatures uit het USG netwerk worden geplaatst op Ikki en desgewenst op andere sites, er worden trainingen en adviezen gegeven over Internet Recruitement.

Inmiddels heeft Ikki meer dan 12.000 geregistreerden. Het tipping point is bereikt, de curve gaat omhoog. De volgende cijfers zijn hierover bekend:
Opleiding:
MBO 21%
HBO 46%
WO 28%
Middelbare School 4%.

Geslacht
Vrouw: 57%
Man: 43%

Leeftijdsverdeling:
<20: 0%
20-25*: 11%
26-30*: 25%
31-35: 25%
36-40: 21%
41-45: 10%
46-50: 5%
50+: 3%
*de oorspronkelijke doelgroep, nu nog slechts een derde van de geregistreerden. De demografie weerspiegelt inmiddels de medewerkers van Ikki. Dit bevordert de communicatie nog meer.

“Een community moet je leven”(Marco van Hurne)
De belangrijkste leermomenten, opgedaan in de Ikki praktijk:
1. Wees helder over je doel
Draai niet om de waarheid heen, je wilt iets van de geregistreerden en je geeft hen hopelijk ook iets terug wat van waarde voor hen kan zijn.
2. Start met de behoefte van de leden …
… en niet met die van de organisatie
3. De community is niet de technologie
Web 2.0 maakt niet het verschil, de mensen wel.
Het moet wel werken, dus het kost tijd en geld.
4. Bind een gepassioneerde groep aan je
Zij vertalen dadelijk je marketinginspanningen naar hun vrienden
Start met hen ruim voor de lancering (beta testen en seeden)
Zorg ervoor dat ze het gevoel hebben dat de community van hen is (laat het gedeeltelijk los als bedrijf).
Zorg dat hun inbreng waardevol is voor het bedrijf, door bijv. voorgestelde productverbeteringen door te voeren.
Bied speciale en unieke waarde voor die kerngroep.
5. Dynamisch community management
Besteed genoeg tijd om zelf te schrijven en te reageren.
Zorg voor continue verversing en vernieuwing.
Besteed aandacht aan de wereld ‘erbuiten’, monitor je thema en merk
Nodig nieuwe leden persoonlijk uit
Verschuil je niet achter de PC
6. Commitment
Krijg committment van het top management, maar laat ze niet managen
Blijf communiceren, communiceren, communiceren, communiceren

Al met al is Ikki in mijn ogen een prima voorbeeld van een kansrijk niche netwerk, waarin de betrokkenen (management en medewerkers) niet schuwen om, als de community daar behoefte aan heeft, het roer om te gooien, het oorspronkelijke doel los te laten, andere bronnen van inkomsten te genereren om zo toch te kunnen groeien.
Technorati tags: , // propaganda!abonneer je op de rss-feed rss feed

Sparkx.nl: een Social Directory

In de reeks artikelen over spelers in de (volle) Nederlandse markt van profielenwebsites belichten we vandaag: Sparkx. Eerdere bijdragen in deze reeks werden besteed aan iCampus, Netlog, Clubby Club en DistrictWorld. Sparkx is live sinds juni 2008. Oorspronkelijk was de site bestemd voor gebruikers die wel klaar waren met Hyves, vertelt Andries Voskamp. Die keuze is inmiddels (terecht, naar mijn mening) aangescherpt. Wat Sparkx stelt, is dat het geen 2e Hyves (meer) wil zijn. Geen sociaal netwerk dus. Wat dan wel? Een social directory, zo stelt Suzan Fluitman.

De inhoud van Sparkx wordt namelijk gevormd door de leden, gevoed door emotie, passie en hun eigen kennis en voorkeuren. Zij voegen hun favoriete adressen toe en vormen hiermee hun eigen wereldkaart met zogenaamde Sparkx. “Een Spark is een bijzonder adres, waar de kwaliteit nog ouderwets goed is of ultiem hip en classy of juist authentiek en zeldzaam. Een lichtpuntje dus in de grote overvloed van homogeniteit en kwantiteit.” Denk hierbij aan beoordelingen van hotels, restaurants, vakantiehuizen, dienstverleners, uitgaansgelegenheden, interieurdesigners en lifestyle. Al jouw hotspots op een wereldkaart. Als je vrienden hebt binnen Sparkx, kan je ook de Sparkx van je vrienden op je kaartje zien. Zo word je eigen Quality Gids samengesteld.

Als ik nu naar het W3 model kijk en aan de hand daarvan Sparkx beoordeel, dan vallen de volgende zaken op:
Wie
Het sociale gedeelte wordt gevormd door de Sparkx van je vrienden en de andere gebruikers. Sparkx maakt zo slim gebruik van het ‘show off’-principe: “kijk mij eens hip zijn”. De profielinformatie die gevraagd wordt, is niet al te uitvoerig en komt niet opdringerig over. Een koppeling met de gebruikelijke adresboeken voor het connecten die je eigen netwerk (want dat is wat men toch als eerste doet) is wel heel makkelijk te maken. Ook worden suggesties gegeven van leden die je mogelijk ook kent.

Waarom
Sparkx heeft als social directory. in ieder geval een onderscheidende propositie, in vergelijking met de eerder besproken initiatieven. De nog niet beantwoorde vraag is of de behoefte om actief onderdeel uit te maken van een social directory bij voldoende mensen aanwezig is. Niche netwerken, bottom up gevoed, hebben meer potentie dan top down/klonen. Sparkx is door de reviewfocus te beschouwen als een niche, maar heeft door de brede portfolio wel meer aanzwengelwerk nodig. De dienst is gratis voor gebruikers. Inkomsten worden gegenereerd uit advertentiedisplays en affiliate marketing. In de nabije toekomst krijgen partijen in de gids de mogelijkheid exclusieve aanbiedingen te doen aan Sparkx leden.

Wat
Zoals gezegd worden reviews gedeeld. Deze worden op een wereldkaart getoond, die heel handig te filteren is op onderwerp, eigen inbreng, die van mijn netwerk of van andere deelnemers. Foto’s kunnen worden geplaatst. Er worden echter geen koppelingen gemaakt met bijvoorbeeld Flickr of YouTube, wat wel waarde aan de review of het event toe zou kunnen voegen. Het succes van een community wordt mede bepaald door offline activiteiten. De Sparkx community lijkt zich goed te lenen voor geschikte community-events op lifestyle gebied. Verder is er een forum, waarop door leden vragen gesteld en beantwoord kunnen worden. De site ‘leeft’ van content. Het is daarom denkbaar dat er op termijn een samenwerking met een uitgever gaat plaatsvinden, waar content mee gedeeld kan worden.

Conclusie: een goed initiatief, met een onderscheidend aanbod t.o.v. Hyves en andere profielenwebites. Het uiteindelijke succes gaat bepaald worden door de gebruikersaantallen, -activiteit en het goed aansluiten bij de behoeftes van de gebruikers.

Technorati tags: , // propaganda!abonneer je op de rss-feed rss feed

Muziek 2.0 – de muzikale laagloods: zoekt en gij zult (muziek) vinden.

Inkopper: digitalisering heeft de muziekindustrie veranderd, net zoals de foto- en de filmwereld overigens. Vinyl werd MP3. B-sides worden alleen nog genoemd in de titel van verzamelalbums. De platenwinkel om de hoek werd Napster, iTunes store, Torrentboer of nieuwsgroep. ‘Grote’ artiesten moeten hun inkomsten halen uit optredens en merchandise in plaats van albumverkoop, anderzijds biedt MySpace beginnende artiesten een laagdrempelig podium voor hun muziek. Arctic Monkeys heet een van de eerste bands te zijn die via MySpace doorbrak. Inmiddels zijn er meer dan 8 miljoen artiestenaccounts op MySpace op een totaal van 130 miljoen profielen wereldwijd. Facebook mag dan groter zijn dan MySpace, qua muziek moet je bij MySpace zijn. Tenminste …

Op het beste Nederlandse muziekblog Eerste Hulp Bij Plaatopnamen liet Silence Is Sexy recent een heel ander geluid horen. Deze band heeft recent de Interactive Award gewonnen, een gezamenlijk initiatief van Noorderslag EuroSonic en theFactor.e dat richt zich op Europese muziekacts die zich via internet op een bijzondere wijze profileren. Uiteraard heeft Silence Is Sexy een MySpace account. Maar dat zet geen zoden meer aan de dijk: De rol van MySpace is veranderd. Er zijn naast MySpace diverse platforms ontstaan waar bands hun muziek al dan niet gratis aan kunnen bieden. Zo maakte Silence is Sexy gebruik van Jamendo, waar hun (prima) album This Ain’t Hollywood gratis werd aangeboden. Met als resultaat: meer plays in 4 maanden tijd dan ze in 4 jaar op MySpace hebben en een dikke 4.000 extra (gratis) downloads van de plaat! De interactie met de fans verloopt ook via andere kanalen dan alleen MySpace: Twitter biedt musici een prima gelegenheid om in dialoog te gaan met fans. Eerder repte ik al over artiesten op Twitter, een overzicht is hier te vinden, specifiek voor Nederland is dit overzicht van 3voor12 handig.

Het aantal platforms waar (beginnende) musici hun muziek kwijt kunnen groeit gestaag. En veelal kunnen luisteraars de muziek gratis downloaden. Meer luisteraars, meer fans, meer bezoekers bij optredens … Is dat nu dan het beste verdienmodel? Recent werd het Sellaband concept (stort geld, draag bij aan CD opname van artiest en ontvang na productie een exemplaar naar rato van inleg) al kritisch besproken.

Een aantal initiatieven op een rij:
Nextbestband
Op de (Nederlandse) website kunnen beginnende bands zichzelf promoten en kiezen fans welke bands verder moeten worden geholpen met hun doorbraak. Op Nextbestband.nl kunnen de bandjes hun muziek, video’s, podcasts en foto’s plaatsen. De initiatiefnemers van de site helpen hen ook met promotie, het opnemen van videoclips en het boeken van optredens.

Boomr
Boomr.nl, een Nederlands intiatief van Maurice Brand en Marco Derksen, ruim 2 jaar oud, meer dan 200.bezoekers per maand. Doelen zijn o.a.:

  • Nederlandse (startende) artiesten beter & makkelijker met fans kunnen communiceren over muziek, op een leuke wijze.
  • Muziekfans (ook wel: luisteraars) op een leuke manier nieuwe muziek artiesten kunnen ontdekken, samen met vrienden.
  • Luisteraars meer met vrienden naar concerten zullen gaan van (redelijk) onbekende artiesten.

Legaldownload
Artiesten kunnen zich gratis aanmelden bij dit Nederlandse initiatief. Meer dan 11.000 artiesten en platenlabels zijn naar eigen zeggen inmiddels aangesloten bij deze Nederlandse muziekwebsite. Legaldownload hanteert geen selectie aan de poort. Alle genres zijn welkom. De artiest verwijst fans naar het winkeltje op de eigen site of profielpagina. De fans kunnen daar alle muziek beluisteren en direct kopen. Daarbij heeft Legaldownload een eigen Legaldownloadstore (downloadwinkel van het jaar 2007) en plaatst het bedrijf downloadwinkels in muziekgerelateerde websites. 75% van de downloadopbrengst wordt uitgekeerd aan de artiesten.

Naast de digitale distributie van muziek heeft Legaldownload een apart gedeelte voor radiostations opgezet. FM zenders en webradio’s kunnen hier gratis muziek downloaden in radiokwaliteit. Inmiddels zijn er meer dan 750 zenders aangesloten. Verder is er een mogelijkheid voor eigenaren van websites die graag een eigen downloadshop in hun site willen hebben en is er een onderdeel waar muziekliefhebbers een profiel kunnen aanmaken en vervolgens reacties bij de artiesten kunnen plaatsen.

Jamendo
Sinds jaren is Jamendo het grootste muziekplatform voor gratis, onder Creative Commons licentie verschenen muziek. Op Jamendo kunnen duizenden onafhankelijke artiesten hun muziek kosteloos, legaal en zonder limiet verspreiden. Daarnaast is Jamendo een community voor diezelfde artiesten, maar ook bands en fans die muziek delen, aanbevelen, eigen playlists kunnen samenstellen en vooral nieuwe muziek ontdekken. De site is eer gebruiksvriendelijk, je kunt redelijk snel filteren in het aanbod, iets wat essentieel is zodra het aanbod groter en gevarieerder wordt.
Mijn persoonlijke favorieten aldaar: Brad Sucks, Josh Woodward en Allison Crowe. Prima artiesten, dito albums, te koop voor E 9,90 in de iTunes winkel, gratis bij Jamendo.

Project Opus
Vergelijkbaar met Boomr. “Project Opus is an online music community designed to support artists, fans and local music. It is a single point of contact for discovery of new music.” Ook hier is het eenvoudig filteren, muziek te beluisteren en te downloaden.

Bandcamp
Bandcamp is a publishing platform for musicians. We’re your fifth, fully geeked-out Beatle, who keeps your website humming and lets you get back to making … “
Via Bandcamp kan een artiest onbeperkt m
uziek in alle gangbare formaten on-line aanbieden, promoten, marketen en verkopen. Alles is gratis, behalve als je via Bandcamp tracks of je album verkoopt: dan rekenen ze ongeveer 15% commissie.

ilike.com
iLike.com biedt ook te beluisteren nieuwe muziek, maar tevens een integratie met iTunes middels de iLike Sidebar. Je iTunes-bieb wordt genalyseerd en op basis van die info worden aanbevelingen gedaan.

Zo zijn er nog tientallen andere platforms met verschillende opties (luisteren, kijken, downloaden: gratis en/of betaald), zoals bijvoorbeeld Purevolume. Elke artiest die dat wil, kan zijn muziek aan de wereld ten gehore brengen. Dat is geweldig. Dat is ook een probleem. Bomen, bos en zo. Er dient zowel op individueel (platform) als op metaniveau veel aandacht besteed te worden aan tagging, rating en filtering. Er is m.i. behoefte aan een metadienst, die kan filteren op muziekstijlen in meerdere platforms. Anders blijft het zoeken naar een paar spelden in heel veel hooibergen.

Technorati tags: , // propaganda!abonneer je op de rss-feed rss feed

Whitepaper over Viral Marketing

Patrick Filius, een oud Atos Consulting-collega met wie ik altijd prima kon opschieten, heeft recent een whitepaper gepubliceerd over Viral Marketing. Het document focust op ‘amplified Viral Marketing’ via games. Na een theoretische introductie, aangevuld met enkele cases, wordt een Viral Marketing Model besproken. Aan de hand van eigen onderzoek wordt bepaald welke elementen voorkomen in effectieve campagnes. Uiteraard ontbreken de 10 Quick Wins en een uitgebreide literatuurlijst niet. Dit lezenswaardige document is hier gratis te downloaden.

Technorati tags: , // propaganda!abonneer je op de rss-feed rss feed

Vermelding in "Thematische sociale netwerken"

.flickr-photo { border: solid 2px #000000; }.flickr-yourcomment { }.flickr-frame { text-align: left; padding: 3px; }.flickr-caption { font-size: 0.8em; margin-top: 0px; }

Via @marinalog en @marketingfacts is er een scan geplaatst van het artikel dat Karel Kolb (@adwords) heeft geschreven in ‘Vakblad’ (UVW/NUV) over thematische sociale netwerken versus de generieke ‘communities’. Een quote van mij wordt aangehaald, waarin ik redelijk uitgesproken ben over de kansen van (nieuwe) generieke netwerken. Als deze zich niet onderscheiden van het huidige aanbod, zie ik totaal geen mogelijkheden om te overleven in de huidige markt (met Hyves en LinkedIn als te kloppen partijen). Groei zit in niche netwerken: denk aan sport, lifestyle, carriere.

Customer Management 2.0 – Trends en Stellingen (video)

Ik ben dit jaar betrokken bij de organisatie van ons klantevenement, een seminar voor onze relaties. Dit jaar vindt het evenement plaats op 2 oktober, met als thema: “Customer Management 2.0: The 7 habits of highly effective customer management organizations”.

Trends, ontwikkelingen en visies op Customer Management zijn mooi, maar wat betekent dat voor uw dagelijkse praktijk? Wat moet u nu doen om ook in de toekomst uw klanten effectief te bedienen? De doelstelling van dit seminar is om hierover de discussie aan te gaan, ervaringen uit te wisselen en van elkaar leren!

    Programma

  • Welkom door Wim Boogaard, Partner bij Atos Consulting
  • Kloteklanten en Customer Management 2.0! door Egbert Jan van Bel, organisatieadviseur en auteur.
  • Break-out sessies met discussies
  • Help waar is mijn klant gebleven? door Hans Notenboom en Stephan Linnenbank (Atos Consulting)
  • KLM, Flying Blue en customer intimacy door Herbert Verschuren, Vice President Flying Blue (KLM)
  • Afsluiting & netwerk borrel

Het seminar vindt plaats op dinsdag 2 oktober 2007 van 13.00 tot 18.30 uur in Kloostersalons Marienhof in Amersfoort. Voor onze relaties zijn aan dit seminar geen kosten verbonden. Meer info

Technorati tags: , // propaganda!abonneer je op de rss-feed rss feed